Skip to main content Skip to footer

Schouder

Van Veghel et al. in Bone & Joint Open: Hoeveel mensen in Nederland hebben een heup-, knie- of schouderprothese?

In 2022 hadden ongeveer 800.000 Nederlanders minstens één heup-, knie- of schouderprothese, wat neerkomt op 1 op de 12 mensen van 40 jaar of ouder. Vrouwen hebben vaker een gewrichtsprothese dan mannen en vooral mensen van 80 jaar of ouder hebben relatief vaak minstens één gewrichtsprothese. Deze resultaten geven een goed beeld van de hoeveelheid mensen dat met een gewrichtsprothese leeft in Nederland. Dit kan helpen bij het voorspellen van de toekomstige zorgbehoeften door complicaties na een gewrichtsprothese en de verwachte vraag naar gewrichtsprothesen in de toekomst.

Infographic

Smeitink et al. in The Bone & Joint Journal: Halve versus totale schouderprothese bij avasculaire necrose van de humeruskop

Dit onderzoek laat zien dat er op korte tot middellange termijn geen verschil lijkt te zijn in de kans op een revisie van halve versus totale anatomische schouderprothesen bij de behandeling van avasculaire necrose van de humeruskop. Dit betekent dat beide technieken goed lijken te zijn. De keuze tussen deze prothesen kan dan afhangen van de voorkeur van de chirurg en de specifieke situatie van de patiënt. Omdat een halve prothese eenvoudiger te plaatsen is en mogelijk minder complicaties geeft, kan deze de voorkeur hebben als de schouderkom – het glenoïd – niet is aangedaan. Wel is verder onderzoek nodig om te zien hoe deze prothesen het op lange termijn doen. De resultaten kunnen uiteindelijk leiden tot beter onderbouwde beslissingen in de keuze van behandeling bij deze patiënten.

Infographic

Steenbeek et al. in Journal of Shoulder and Elbow Surgery: Resultaten van totale versus halve schouderprothesen bij patiënten jonger dan 60 jaar

Bij jongere patiënten heeft de totale anatomische schouderprothese lagere revisiecijfers dan de halve prothese bij artrose en reuma, terwijl de revisiecijfers vergelijkbaar zijn bij posttraumatische schade en avasculaire kopnecrose. Ondanks mogelijke vertekening door een lage respons op de vragenlijst, lijkt de verbetering in schouderpijn en -functie na een jaar ook kleiner bij een halve schouderprothese.

Infographic

Van Veghel et al. in Acta Orthopaedica: Hersteltrajecten na een totale schouderprothese

Na een totale schouderprothese volgen patiënten drie verschillende hersteltrajecten. De meeste patiënten herstellen snel en goed (Fast responders, 59%), terwijl anderen meer tijd nodig hebben (Steady responders, 27%). Een kleinere groep heeft een minder gunstig herstel (Poor responders, 14%), met aanhoudende klachten. Voorspellers voor dit ongunstige hersteltraject zijn een slechtere algemene gezondheid, minder gewrichtsslijtage, een lagere sociaaleconomische status en eerdere operaties aan dezelfde schouder. Deze inzichten helpen orthopedische chirurgen beter inschatten welke patiënten een minder gunstig hersteltraject kunnen hebben na een totale schouderprothese.

Infographic