In gesprek met de Raad van Toezicht: leren, verbeteren en vooruitkijken
De LROI blijft zich ontwikkelen, en dat doen we samen. Niet alleen met orthopedisch chirurgen, maar ook met patiënten, onderzoekers en het bureau LROI. De Raad van Toezicht kijkt met een brede blik mee: wat viel dit jaar op, en waar willen we naartoe?
We spraken met Kirsten Veenstra, voorzitter en Matthijs van Essen, extern lid van de Raad van Toezicht van de LROI.
![]() |
Wat sprong er het meest uit het afgelopen jaar?De strategiedag sprong er voor mij echt uit dit jaar. Samen met de raden, het bureau LROI, de NOV en patiëntenvertegenwoordigers hebben we terug- en vooruitgekeken op de strategische plannen. Zijn we nog met de juiste dingen bezig? Wat vinden patiënten belangrijk om uit de LROI te halen? We hebben samen gekeken naar wat de LROI kan betekenen, voor de patiënt én voor de orthopedisch chirurg. En wat we daarvoor nodig hebben. Die gezamenlijke blik vond ik heel waardevol. |
![]() |
Als extern lid kijk ik met een meer organisatorische blik naar de LROI. De organisatie heeft een lange en bewezen staat van dienst als kwaliteitsregistratie voor de orthopedie. En ik zie dat de LROI behoorlijk innovatief is in de zoektocht naar nieuwe vormen van data verzamelen en rapportages maken. Daarin loopt de LROI in het land van de kwaliteitsregistraties echt voorop. Dat blijkt ook uit het feit dat onze directeur bestuurslid is geworden van SKR Samenwerkende Kwaliteitsregistraties, de belangenorganisatie voor kwaliteitsregistraties in Nederland. Ook daar hebben we een mooie positie verworven. |
Waar zijn jullie het meest trots op?
![]() |
Ik ben trots op de projecten van ‘LROI to the Next Level’. Er kwamen veel aanvragen voor binnen, wat laat zien hoe relevant de LROI is. Orthopeden willen echt met de data aan de slag, om te leren, te verbeteren en onderzoek te doen. Wat ik bijzonder vind, is dat de LROI echt voor én door orthopeden is. Dat de beroepsgroep ziet het belang van de data en gebruikt die actief. Die drive zit breed, bij allerlei vakgroepen, en dat zie je terug in de onderzoekaanvragen. Daarnaast heb ik veel bewondering voor de vasthoudendheid van het bestuur. Het is gelukt om alle kwaliteitsregistraties door de toetsing van de Wkkgz te loodsen, een enorme klus. |
![]() |
Daar sluit ik mij volledig bij aan. De toetsing die de LROI moest doorlopen om van de ene financiering naar de andere over te stappen, is met glans doorstaan. Dat zegt veel over de kwaliteit en professionaliteit van het bureau. |
Wat is je wens voor de komende tijd?
![]() |
Mijn wens is dat de LROI-data nog vaker worden gebruikt in de dagelijkse praktijk. Vanuit mijn rol als orthopedisch chirurg in de Raad van Toezicht vind ik dat belangrijk. De data worden al goed ingezet voor kwaliteitsonderzoek en publicaties, maar binnen ziekenhuizen, voor intern leren en verbeteren, mag dat nog meer. Ik snap heel goed dat dit niet altijd lukt: het is druk, de dagen vliegen voorbij. Daarom is het goed dat de LROI steeds beter kijkt naar de manier waarop informatie wordt aangeboden. Er zijn al grote stappen gezet, bijvoorbeeld met het dashboard: realtime inzicht in je eigen data, mét duiding bij de resultaten. Dat helpt echt. |
![]() |
Mijn wens is vooral rust. Rust in de hectische beleidsomgeving waarin de LROI opereert, en duidelijkheid over wat er precies gefinancierd gaat worden vanuit de overheid. De financieringstoetsing heeft dit jaar ontzettend veel tijd en energie gekost van het bureau. Ik hoop dus dat er snel meer duidelijkheid komt, zodat het bureau zich weer volledig kan richten op waar het voor bedoeld is: het toegankelijk maken van data en onderzoek, zodat de kwaliteit van de orthopedie hoog blijft. Een kwaliteitsregistratie is tenslotte ook een instrument voor kennisontwikkeling. En dat mag niet stil komen te staan. |
Als we een paar jaar vooruitkijken, wat zou een mooie ontwikkeling zijn?
![]() |
Een bijzondere ontwikkeling vind ik dat de LROI nu al onderzoekt hoe data op een artificiële manier kunnen worden verzameld, dus zonder dat patiënten of orthopedisch chirurgen daarvoor hoeven te worden bevraagd. |
![]() |
Ik hoop dat we nog meer internationale samenwerking krijgen, bijvoorbeeld voor prothesen met kleine aantallen, zoals enkel- en elleboogprothesen. Door data te bundelen of te koppelen kunnen we veel meer leren, juist bij gewrichten waar de aantallen klein zijn. Die ontwikkelingen zijn al gaande, en wat mij betreft mag dat in sneltempo doorgaan. Daarnaast zou het mooi zijn als nog meer niet-academische ziekenhuizen de LROI-data gaan gebruiken, onderzoek gaan doen of een LROI-fund aanvragen. Ik vind dat de data toegankelijk moet zijn voor iedereen die met orthopedie bezig is — of je nu in een academisch of perifeer ziekenhuis werkt. |

